De voorzitter opent de zitting op 14/01/2025 om 19:30.
Gelet op artikel 32 van het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de ontwerpnotulen voor de zitting van 12/11/2024;
De notulen van de gemeenteraad dd. 12/11/2024 worden goedgekeurd.
Gelet op artikel 32 van het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de ontwerpnotulen voor de installatievergadering van de gemeenteraad dd. 03/12/2024;
De notulen van de installatievergadering van de gemeenteraad dd. 03/12/2024 worden goedgekeurd.
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het toetredingsbesluiten tot de intergemeentelijke preventiedienst Drugs en Alcohol Pajottenland van de gemeenten van de politiezone Pajottenland in zitting van de gemeenteraad dd. 01/12/2009;
Overwegende dat het actieplan van de Intergemeentelijke preventie- en gezondheidsdienst Pajottenland ter kennisname dient geagendeerd te worden op de gemeenteraad;
Overwegende dat het budget van de Intergemeentelijke preventie- en gezondheidsdienst Pajottenland door de gemeenteraad moet worden goedgekeurd;
Gelet op de voorliggende documenten;
Gelet op de goedkeuring van deze documenten door het beheerscomité in zitting van 25/10/2024;
Overwegende de toelichting door schepen Durieux;
Artikel 1 :
De gemeenteraad neemt kennis van het actieplan 2025 van de Intergemeentelijke preventie- en gezondheidsdienst Pajottenland.
Artikel 2 :
De begroting 2025 van de Intergemeentelijke preventie- en gezondheidsdienst Pajottenland wordt goedgekeurd.
Artikel 3 :
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de Intergemeentelijke preventie- en gezondheidsdienst Pajottenland.
De gemeenteraad,
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 23/04/2012 waarbij samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest en Riobra betreffende de studie en de uitvoering van werken op gewestweg N263 te Bever (doortocht Bever-centrum), werd goedgekeurd;
Overwegende dat het onduidelijk was welke kosten door de gemeente gedragen zouden moeten worden en de beslissing van het schepencollege om dit dossier on hold te zetten om budgettaire redenen;
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025, waarin de opstart van de actie 6 – Heraanlegging Plaats – Centrum Bever, gebudgetteerd is voor het werkjaar 2024;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 12/11/2024 waarbij de laatste meerjarenplanaanpassing 2020-2025-08 werd goedgekeurd;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 23/01/2024 waarbij de samenwerkingsovereenkomst voor gezamenlijke opdrachten van diensten – N263 Bever- Herinrichting doortocht, tussen het Vlaamse Gewest, NV Aquafin, Fluvius System Operator CV en de gemeente Bever werd goedgekeurd;
Overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst nog werd aangepast aan verwachtingen van alle betrokken partijen, wat geleid heeft tot het voorliggend document;
Overwegende het voorliggend voorstel van samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van diensten – N263 Bever- Herinrichting doortocht, tussen het Vlaamse Gewest, NV Aquafin, Fluvius System Operator CV en de gemeente Bever, en de bespreking op het schepencollege dd. 09/012/2024;
Artikel 1 :
De samenwerkingsovereenkomst voor samengevoegde opdrachten van diensten – N263 Bever- Herinrichting doortocht, tussen het Vlaamse Gewest, NV Aquafin, Fluvius System Operator CV en de gemeente Bever, dewelke integraal deel uitmaakt van dit besluit, wordt goedgekeurd.
De gemeenteraad,
Juridische context
Het decreet over het lokaal bestuur (https://codex.vlaanderen.be/doc/document/1029017), meer bepaald artikelen 40 en 41;
De Vlaamse Codex Wonen (VCW) van 2021, meer bepaald artikel 5.76 tot en met 5.78;
Het besluit Vlaamse Codex Wonen (BVCW) van 2021, boek 5, deel 6, artikel 5.208 tot en met artikel 5.209;
Het decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten (https://codex.vlaanderen.b e/doc/document/1015980);
Het decreet betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen (https://codex.vlaanderen.be/doc/document/1015499), meer bepaald titel IV, hoofdstuk I, II en VI.
Feitelijke context en argumentatie
- De artikelen 60 tot en met 65 van het decreet van 21 april 2023 tot wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen hebben de regeling van het voorkooprecht in deel 6 van boek 5 van de Vlaamse Codex Wonen (VCW) van 2021 met ingang van 9 juni 2023 gewijzigd. Het functioneel voorkooprecht op basis van het leegstandsregister, het register van verwaarloosde woningen en gebouwen en de Vlaamse inventaris voor ongeschikte en onbewoonbare woningen (VIVOO) werd geschrapt.
- Het aantal begunstigden van het recht van voorkoop op basis van de Vlaamse Codex Wonen werd, voor wat het grondgebied Bever betreft, beperkt tot de woonmaatschappij (Providentia), Vlabinvest en de gemeente Bever.
- Ook de bestemming is gewijzigd: de woonmaatschappij en de gemeente kunnen het recht van voorkoop uitoefenen met het oog op de verruiming of ter ondersteuning van het woonaanbod in eigendom of beheer van de woonmaatschappij. Vlabinvest kan via dit recht van voorkoop een actief grond- en pandenbeleid voeren in zijn werkingsgebied om te zorgen voor een betaalbaar woonaanbod ten behoeve van modale inkomenstrekkers.
- Sinds 9 juni 2023 is het de gemeente die een afbakening maakt van percelen en gebouwen waarop het recht van voorkoop van toepassing is.
- Het besluit voorziet echter in een overgangsbepaling voor de zogenaamde bijzondere gebieden, overeenkomstig vroeger artikel 5.209 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen. Deze bijzondere gebieden beslaan onder meer alle woningbouw- en woonvernieuwingsgebieden in de gemeenten van de Brusselse rand en de faciliteitengemeenten, waaronder aldus ook Bever.
- In de bijzondere gebieden eindigt het bestaande “oude” territoriaal recht van voorkoop op 31 december 2024. Gemeenten met bijzondere gebieden, waaronder Bever, kunnen vanaf 1 januari 2025 instappen in de vernieuwde regeling. Omdat de gemeente Bever het recht van voorkoop wil blijven inzetten als beleidsinstrument, wordt de werkwijze aangepast aan de gewijzigde Vlaamse regelgeving.
- Alleen percelen en gebouwen gelegen in een zone bestemd voor wonen komen in aanmerking.
- Artikel 5.76, §3 van de Vlaamse Codex Wonen voorziet uitzonderingen op het recht van voorkoop. Zo wordt het recht van voorkoop onder meer niet aangeboden in geval van een particuliere aankoop van een eerste en enige gezinswoning, of een perceel bouwgrond, met het oog op eigen bewoning.
- De afbakening moet bij gemeenteraadsbesluit gebeuren en voldoende onderbouwd zijn. De gemeente houdt daarbij rekening met het gevoerde huisvestingsbeleid, aangezien het perceel of gebouw dat door de uitoefening van het recht van voorkoop is gekocht, een specifieke bestemming moet hebben.
- De gemaakte afbakening geldt voor maximaal 15 jaar vanaf de inwerkingtreding van het gemeenteraadsbesluit. Zij is pas uitvoerbaar indien de afbakening via het digitaal platform Recht van Voorkoop is aangeleverd en zichtbaar is in het themabestand ‘Recht van Voorkoop’, te raadplegen via Geopunt.
Motivatie afbakening
- De nood aan bijkomende sociale huurwoningen in Bever is hoog. Verder legde de Vlaamse overheid een bindend sociaal objectief (BSO) op. Hierbij dient de gemeente Bever tegen 2025 bijkomende sociale huurwoningen te realiseren ten opzichte van de toestand ten tijde van de nulmeting.
- Momenteel voldoet de gemeente Bever niet aan deze doelstelling. Daarom is het noodzakelijk om verschillende mogelijke beleidsinstrumenten aan te wenden, waaronder het recht van voorkoop zoals omschreven in de Vlaamse Codex Wonen.
- Het recht van voorkoop houdt in dat bij een overeenkomst met een kandidaat-koper de woning of het perceel te koop moet worden aangeboden aan de begunstigden van het recht van voorkoop. Dit moet gebeuren tegen dezelfde prijs en aan dezelfde voorwaarden zoals definitief overeengekomen met de kandidaat-koper.
- De gemeenteraad dient een afbakening te maken van de percelen en gebouwen waarop het recht van voorkoop van toepassing is.
- Er dient voor de realisatie van bijkomende sociale woonprojecten gekeken te worden naar reeds bestaande woningen, panden en beschikbare bouwgronden.
- Gelet op voorgaande, alsook de beperkte oppervlakte van de gemeente en aldus het beperkte aantal percelen in Bever en de verplichtingen van de hogere overheid in het kader van het BSO, is het aangewezen de selectie van percelen waarop het recht van voorkoop rust zo ruim als mogelijk af te bakenen.
- Verder kunnen zowel grote als kleine percelen een opportuniteit bieden om tegemoet te komen aan de bestaande nood aan sociale huurwoningen en de wettelijke verplichtingen van de gemeente. Ook kleinere percelen kunnen interessante opportuniteiten bieden voor het versterken van het sociaal huuraanbod via kleinschalige projecten of omdat ze aansluiten op of aaneenschakelen tot grotere projecten. De grootte van percelen kan met andere woorden niet als selectiecriterium gehanteerd worden.
- Om voorgaande redenen worden alle percelen waar ontwikkeling van sociale woningen mogelijk is, meegenomen in de territoriale afbakening. De lijst met de kadastrale identificatiegegevens van de betrokken percelen wordt in bijlage van onderhavige beslissing gevoegd.
- Tot slot dient benadrukt dat deze ruime territoriale afbakening van het recht van voorkoop geen impact heeft op burgers die een eerste eigen woning willen aankopen. De aankoop van percelen of gebouwen bestemd voor de enige en eigen woning zijn, conform artikel 5.76, §3 van de Vlaamse Codex Wonen, namelijk uitgesloten van het recht van voorkoop.
Artikel 1 :
De gemeenteraad keurt de territoriale afbakening in functie van het recht van voorkoop in het kader van de Vlaamse Codex Wonen, ingaand vanaf 2025, zoals gevoegd in bijlagen (grafisch plan en excellijst met percelen), goed.
Artikel 2 :
Deze afbakening wordt aan het agentschap Digitaal Vlaanderen gemeld via de webtoepassing ‘recht van voorkoop’.
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het feit dat instellingen die onderhevig zijn aan de wetgeving op overheidsopdrachten steeds worden geconfronteerd met complexere technisch-administratieve vraagstukken en dat er meer en meer eisen worden gesteld op vlak van vakspecifieke kennis;
Gelet op het feit dat samenwerking op het vlak van overheidsopdrachten en/of aanbieden van facilitaire diensten positieve schaaleffecten en synergiën kan genereren;
Gelet op het aanbod van Creat Services dv, een dienstverlenende vereniging opgericht in 2017 en waarvan het toetredingsdossier in bijlage wordt toegevoegd;
Gelet op het feit dat de dienstverlening van Creat Services dv enkel kan aangeboden worden aan deelnemers van Creat Services dv;
Gelet dat uit voornoemd dossier voldoende blijkt dat de autonomie van de deelnemende partners ten volle wordt gerespecteerd;
Gelet op de kapitaalsinbreng én de voorgeschreven betalingsmodaliteiten zoals beschreven in het toetredingsdossier;
Artikel 1 :
Met ingang van 2025 toe te treden tot Creat Services dv, volgens de modaliteiten vastgelegd in de statuten van Creat Services dv en volgens het toetredingsdossier dat als bijlage aan onderhavig besluit wordt toegevoegd.
Artikel 2 :
GOESSENS Stefaan voor te dragen als lid voor de Algemene vergadering van Creat Services dv.
Artikel 3 :
Onderhavige beslissing aan Creat Services dv mee te delen.
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid de artikel betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de aanstelling van Filip Haesen (Welzijnskoepel West-Brabant) als functionaris voor gegevensbescherming (DPO);
Overwegende dat het van primair belang is om belangrijke informatie te beschermen tegen een brede waaier van bedreigingen om de continuïteit en de goede werking van het gemeentebestuur te verzekeren;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023, waarbij het informatieveiligheidsbeleid 2023 werd goedgekeurd;
Overwegende dat het informatieveiligheidsbeleid de basismaatregelen van het bestuur inzake informatieveiligheid beschrijft, met als streefdoel om een gezond evenwicht tussen een aantal preventieve maatregelen om beveiligingsincidenten te voorkomen en correctieve maatregelen om de negatieve gevolgen van incidenten te beperken;
Overwegende het voorliggend informatieveiligheidsplan 2025, opgemaakt voor gemeentebestuur en OCMW-bestuur samen, zijnde het lokaal bestuur Bever;
Artikel 1 :
Het informatieveiligheidsbeleid 2025 wordt goedgekeurd.
Artikel 2 :
Deze beslissing wordt meegedeeld aan de functionaris voor gegevensbescherming, Filip Haesen.
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Gelet op artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bedoeling om het principe ‘de vervuiler betaalt’ te laten gelden en de prijs van de huisvuilzakken zodanig vast te stellen;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van provincie- en gemeentebelastingen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij een milieubelasting werd vastgesteld en voorgestelde tarieven dus gelijk blijven;
Artikel 1
Er wordt vanaf het dienstjaar 2025 een milieubelasting gevestigd van € 50 voor gezinnen en € 30 voor alleenstaanden.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door :
- degene die ingeschreven is in de bevolkingsregisters op 1 januari van het belastingjaar
- degene die een tweede verblijf voor hetzelfde jaar op een adres gelegen langs de omloop die door de ophaaldienst gevolgd wordt.
Artikel 3
De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 4
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 5
De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet.
Artikel 6
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving.
Artikel 7
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 8
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Gelet op artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Gelet op de meerjarenplanning;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij deze belasting werd vastgesteld en voorgestelde tarieven dus gelijk blijven;
Artikel 1
Er wordt vanaf het dienstjaar 2025 een directe gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.
Artikel 2
Als tweede verblijf wordt beschouwd : elke woongelegenheid waarvan degene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.
Als tweede verblijf worden niet beschouwd :
- de lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten.
- de verplaatsbare caravans en woonhangwagens tenzij ze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden.
- de leegstaande woongelegenheden waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat zij in de loop van het aan het belastingsjaar voorafgaande kalenderjaar niet als tweede verblijf werden aangewend
- de tweede verblijven opgesteld op een reglementair erkend kampeerterrein of kampeerverblijfpark.
Artikel 3:
De belasting valt ten laste van diegene die op het adres van het tweede verblijf niet in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister is ingeschreven voor het hoofdverblijf en, hetzij als eigenaar, hetzij als huurder of gebruiker, een tweede verblijf betrekt of kan betrekken.
De belasting is verschuldigd door diegene die het verblijf betrekt of kan betrekken op 1 januari van het belastingsjaar.
Artikel 4
De belasting wordt vastgesteld op 990 € per tweede verblijf.
Artikel 5
De belasting is ondeelbaar en voor het gehele belastingsjaar verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het belastingsjaar.
Artikel 6
De belastingsschuldigen of hun vertegenwoordigers moeten uiterlijk op 31 januari van het belastingjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elk tweede verblijf dat zij in de gemeente bezitten door middel van het formulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepenen werd vastgesteld.
Artikel 7
Bij gebrek aan aangifte binnen de in het voorafgaand artikel gestelde termijn ,of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belastingsplichtige van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 8
De belasting wordt ingevorderd bij wege van het kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9
De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 11 :
De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 12 :
Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze verordening en de belastingverordening op de niet-gebouwde percelen begrepen in een niet-vervallen verkaveling, is alleen deze laatste verordening van toepassing.
Artikel 13 :
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 14 :
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170, §4, van de Grondwet;
Gelet op artikel 464, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen van 10 april 1992;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op de artikelen 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Gelet op het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij deze belasting werd vastgesteld en voorgestelde tarieven dus gelijk blijven;
Artikel 1:
Vanaf het aanslagjaar 2025 worden ten bate van de gemeente 1.071 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2 :
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Gelet op artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op artikelen 465 tot 470 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen;
Gelet op het laatst herziene meerjarig financieel beleidsplan.;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij deze belasting werd vastgesteld en voorgestelde tarieven dus gelijk blijven;
Artikel 1
Vanaf het aanslagjaar 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2
De aanvullende belasting wordt vastgesteld op 8,0% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
Artikel 3
Het aanslagjaar begint op 1 januari en eindigt op de daaropvolgende 31ste december.
Artikel 4
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 5
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Gelet op artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Gelet op het artikel 6, §8 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten;
Gelet op de verplichte aanpassingen gebaseerd op de schommelingen van de gezondheidsindex;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij deze retributie werd vastgesteld;
Artikel 1
Er wordt vanaf het dienstjaar 2025 een indirecte retributie gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur van administratieve stukken.
Artikel 2
De retributie is verschuldigd door de persoon die het stuk vraagt.
Artikel 3
Zijn van de retributie vrijgesteld:
a) de stukken die krachtens een wet, een decreet of een reglement onderworpen zijn aan de betaling van een speciaal recht ten voordele van de gemeente;
b) de stukken die krachtens een wet, een KB of andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven;
c) de stukken die aan behoeftige personen worden afgegeven : de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk;
d) de machtiging met betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van een heffing, van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente;
e) de mededeling door politie aan de verzekeringsmaatschappij en van de inlichtingen omtrent het gevolg dat gegeven werd terzake van verkeersongevallen op de openbare weg;
f) de machtigingen met betrekking tot godsdienstige, politieke demonstraties;
g) de geldigverklaring van aankoopformulieren voor vermindering op biljetten van de NMBS, NMVB en de openbare autobusdiensten;
h) de werkzoekende werklozen :
- de minder begoede werklozen, de afgestudeerden, de eindejaarsstudenten en eindejaarsleerlingen
- de werkzoekenden die het bestaansminimum als enig inkomen hebben;
i) de ingedeelde inrichtingen of activiteiten uitgebaat door het gemeentebestuur, het OCMW-bestuur of een ander ondergeschikt bestuur.
j) het uittreksel uit het strafregister
Artikel 4
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
Niet aan zegelrecht onderworpen getuigschriften : eerste exemplaar bijkomend exemplaar digitaal te bezorgen getuigschriften : geen retributie |
2 euro 1 euro / |
Elektronische identiteitskaarten (+12), ook voor spoedprocedures : retributie (bovenop de kostprijs aangerekend door FOD Binnenlandse zaken) |
5 euro |
Elektronische identiteitskaarten (-12) : geen retributie |
/ |
Elektronische verblijfsdocumenten vreemdelingen, ook voor spoedprocedures : retributie (bovenop de kostprijs aangerekend door FOD Buitenlandse zaken) |
5 euro |
Digitaal rijbewijs, internationaal rijbewijs en voorlopig rijbewijs : retributie (bovenop de kostprijs aangerekend door FOD Mobiliteit) |
5 euro |
Reispassen, ook voor spoedprocedures : retributie (bovenop de kostprijs aangerekend door FOD Buitenlandse zaken) |
5 euro |
Indienststelling van nieuwe PIN/PUK-code : retributie |
5 euro |
Trouwboekjes retributie |
10 euro |
Artikel 5
Basisbedragen Omgevingsvergunning :
Afleveren akteneming van een melding : - van stedenbouwkundige handelingen - van ingedeelde inrichtingen en activiteiten - van stedenbouwkundige handelingen en ingedeelde inrichtingen en activiteiten |
30 euro 30 euro 30 euro |
Afleveren van een omgevingsvergunning, vereenvoudigde procedure : - voor stedenbouwkundige handelingen - voor ingedeelde inrichtingen en activiteiten - voor stedenbouwkundige handelingen en ingedeelde inrichtingen en activiteiten |
30 euro 30 euro 60 euro |
Afleveren van een omgevingsvergunning, gewone procedure : - voor stedenbouwkundige handelingen - voor ingedeelde inrichtingen en activiteiten - voor stedenbouwk. handelingen en ingedeelde inrichtingen en activiteiten |
60 euro 60 euro 120 euro + 30 euro (per kavel) |
Stedenbouwkundig attest |
25 euro |
Planologisch attest |
50 euro |
Opname van een constructie in het vergunningenregister |
10 euro |
Intrekking van een vergunningsaanvraag |
10 euro |
Verzaking aan een verkaveling |
10 euro |
Machtiging |
10 euro |
Omgevingsvergunning voor een kleinhandelsvestiging |
25 euro (mogelijk cumulatief) |
Notariële inlichtingen + per aangrenzende percelengroep |
100 euro forfait + 50 euro |
Aanrekening in functie van de aard en het type :
indien milieueffectrapportage-plichtig of veiligheidsrapportage-plichtig |
100 euro |
indien openbaar onderzoek met publicatie |
effectieve kosten voor de publicatie |
indien openbaar onderzoek met individuele kennisgeving |
effectieve kosten voor individuele kennisgeving |
indien omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden |
+ 50 euro per kavel |
indien omgevingsvergunning voor een meergezinswoning |
+ 50 euro per woonentiteit |
indien op analoge wijze ingediend dossier |
+ 50 euro |
Artikel 6
Bij laattijdige of niet-betaling zijn alle invorderingskosten ten laste van de belastingsplichtige.
Artikel 7
Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de retributie vermeerderd met de eventuele verzendkosten, in consignatie worden gegeven aan de financieel directeur.
Artikel 8
De retributie en de eventuele verzendkosten moeten bij het afleveren van het stuk contant worden betaald.
Indien de retributie niet contant kan worden geïnd wordt deze retributie een kohierbelasting. Na de inkohiering krijgt de oorspronkelijke contantbelasting alle kenmerken van een kohierbelasting. Dit impliceert dat die contante retributie niet onmiddellijk eisbaar is, maar dat er een aanslagbiljet moet worden toegezonden, er een betalingstermijn is van 2 maanden en een bezwaartermijn van drie maanden, vanaf de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 10
De vestiging en de invordering van de retributie, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 11
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 12
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Gelet op artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Overwegende dat geen afzonderlijke belasting op het ophalen van huishoudelijke afvalstoffen wordt vastgesteld;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij de belasting op restafvalzakken, PMD-zakken werd vastgesteld en voorgestelde tarieven dus gelijk blijven;
Overwegende het gemeenteraadsbesluit dd. 27/08/2024 waarbij de opstart van een 2-wekelijkse GFT-ophaling werd goedgekeurd;
Overwegende de kostprijs van de GFT-zakken als volgt :
Artikel 1
Vanaf het jaar 2025 ten behoeve van de gemeente een contante belasting te heffen op het afleveren van speciale huisvuil-, PMD- en GFT-zakken welke door de gemeente ter beschikking van de bevolking worden gesteld.
Artikel 2
De belasting bedraagt :
- 25 € per rol van 10 grote huisvuilzakken en 25 € per rol van 25 kleine huisvuilzakken
- 3,10 € per rol van 20 kleine PMD-zakken en 5 € per rol van 20 grote PMD-zakken
- 2,50 € per rol van 10 GFT-zakken van 15 liter en 5,00 € per rol van 10 GFT-zakken van 30 liter en 10,00 € per rol van 10 GFT-zakken van 60 liter
Deze belasting is ten laste van diegene die er uitdrukkelijk om verzoekt.
Artikel 3
De belasting is contant te betalen.
Bij gebreke van betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.
Artikel 4
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 5
Inzake bezwaar, beroep en voorziening in cassatie wordt gehandeld zoals voorzien in het decreet van 30 mei 2008 inzake de vestiging, de invorderingen de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 6
Deze beslissing is onderworpen aan de artikelen 326 tot en met 338 van het Decreet lokaal bestuur.
Artikel 7
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 8
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
De gemeenteraad,
Overwegende dat onze gemeente beschikt over een groencontainerpark in Muydt te Bever;
Gelet op het feit dat zelfstandigen in groen- en tuinaanleg grote volumes deponeren in het groencontainerpark;
Gelet op het voorstel van de milieuadviesraad om voor zelfstandigen in groen
en tuinaanleg een 50-beurtenkaart in te voeren;
Gelet op het voorstel van de milieuadviesraad om deze belasting voor de afgifte van een 50-beurtenkaart vast te stellen op €250;
Gelet op het decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van de provincie- en gemeentebelastingen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij deze belasting werd vastgesteld en voorgestelde tarieven dus gelijk blijven;
Artikel 1
Er wordt voor de zelfstandigen in groen- en tuinaanleg een contante belasting geheven onder de vorm van een 50-beurtenkaart.
Artikel 2
Deze kaart geldig voor 1 kalenderjaar (1 januari – 31 december), is te verkrijgen voor een bedrag van €250.
Artikel 3
De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 4
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 5
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 6
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Gelet op artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
Gelet op de gecoördineerde omzendbrief in gemeentefiscaliteit BA-2004/03 van 14 juli 2004 waarbij gesteld wordt dat de constructies voor het produceren van windenergie of andere vormen van groene stroom niet mogen worden belast;
Overwegende dat de in het reglement bedoelde masten, pylonen en andere draagconstructies als storend kunnen worden ervaren, zowel wegens esthetische redenen als om een gezondheidsvrees; en derhalve hinder meebrengen voor de plaatselijke gemeenschap;
Overwegende dat ook masten, pylonen en andere draagconstructies die niet zichtbaar zijn, als storend kunnen worden ervaren voor de plaatselijke gemeenschap;
Overwegende dat het nog niet bewezen is dat de straling afkomstig van masten, pylonen en andere draagconstructies onschadelijk is voor de gezondheid van de omwonenden en lange termijneffecten nog niet onderzocht kunnen worden omdat de technologie relatief nieuw is;
Overwegende dat een belasting een stimulans kan zijn om deze masten en pylonen en andere draagconstructies te beperken, wat gunstig is voor de goede ruimtelijke ordening van onze gemeente en voor de gemoedsrust van de gemeenschap;
Overwegende dat het past om geen belasting te heffen voor masten, pylonen en andere draagconstructies in het landschap aangebracht met het oog op het voortbrengen van energie op alternatieve wijze (bv. windmolens), daar hieromtrent het landschapsverstorend element of de gezondheidsrisico’s ruimschoots gecompenseerd wordt door het milieuvriendelijke aspect ervan.
Gelet op de toestand van de gemeentefinanciën;
Gelet op het feit dat deze belasting zal voorzien worden in het meerjarig financieel beleidsplan en dus noodzakelijk is voor een gezonde financiële situatie van de gemeente;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij deze belasting werd vastgesteld en voorgestelde tarieven dus gelijk blijven;
Artikel 1 :
Er wordt vanaf het dienstjaar 2025 een jaarlijkse en ondeelbare belasting geheven op de masten, pylonen en andere verticale draagconstructies.
Artikel 2 :
De belasting wordt geheven op masten, pylonen en andere verticale draagconstructies die een commerciële activiteit met zich meebrengen.
Artikel 3 :
Als masten, pylonen en andere verticale draagconstructies worden beschouwd :
Mast : Een verticale structuur die geplaatst wordt in een dak, op een dak of andere bestaande constructie met een gezamenlijke minimale hoogte van 15 meter.
Pyloon : Een individuele verticale constructie die opgericht wordt op het niveau van het maaiveld met een hoogte van minimaal 15 meter.
Verticale draagconstructie : Iedere individuele op zichzelf staande structuur met een hoogte van minimaal 15 meter, met uitsluiting van gebouwen, die opgericht is op het niveau van het maaiveld en die dienst doet als draagstructuur voor lichtinstallaties, geluidsinstallaties, het transport van energie- en radio-installaties.
Artikel 4 :
De belasting wordt vastgesteld op € 2.500,00 per mast, pyloon of verticale draagconstructie.
Artikel 5 :
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de masten, pylonen of andere verticale draagconstructies.
Artikel 6 :
Er wordt een vrijstelling verleend voor constructies die dienen voor de productie van windenergie of andere groene stroom.
Artikel 7 :
De belastingsplichtige dient, uiterlijk op 1 april van het aanslagjaar, aangifte te doen van de belastbare elementen beschreven in artikel 2, welke zijn eigendom zijn. Hij ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor 1 april van het aanslagjaar moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden binnen dezelfde termijn aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Pylonen of masten geplaatst na 1 juli van het aanslagjaar worden belast voor de helft van het bedrag van de belasting. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast, pyloon of andere verticale draagconstructie in de loop van het jaar wordt weggenomen.
Elk verzuim van aangifte, elke onvolledige of valse aangifte en over het algemeen elke overtreding van deze verordening geeft aanleiding tot een verhoging van de belasting met een bedrag gelijk aan het verschuldigd bedrag. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd.
Artikel 8 :
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 9 :
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de regelen betreffende de invordering inzake rijksbelastingen op de inkomsten.
Artikel 10 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 11 :
De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 12 :
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 13 :
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij decreet van 28/5/2010 en 17/2/2012;
Gelet op het koninklijk besluit van12 april 1999tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- en gemeentebelasting;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op de intentie om de vervuiling van de openbare wegen door rondslingerend papier tegen te gaan en om de kosten van de ophaling en de verwerking van het papierafval te drukken;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij deze belasting werd vastgesteld en voorgestelde tarieven dus gelijk blijven;
Artikel 1
Er wordt vanaf het dienstjaar 2025 een gemeentebelasting geheven op de voor de inwoners kosteloze verspreiding aan huis van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter en daarmee gelijkgestelde producten.
Artikel 2
In het kader van dit reglement wordt het volgende verstaan onder :
- Drukwerk met handelskarakter : elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is de potentiële klant er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.
- Gelijkgestelde producten : de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik of verbruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.
- Verspreiding aan huis : het op het grondgebied van de gemeente (of een deel daarvan ) achterlaten van drukwerk zonder adressering in de brievenbussen en zonder initiatief van de bestemmeling.
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door de verantwoordelijke uitgever.
Wanneer de verantwoordelijke uitgever geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 5, niet gekend is, of in staat van onvermogen verkeert, is de belasting solidair en ondeelbaar verschuldigd door de genieter onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het niet geadresseerde drukwerk of gelijkgesteld product wordt verspreid, de drukker of de verdeler van het reclamedrukwerk.
Wanneer de verantwoordelijke uitgever in het buitenland is gevestigd, is de belasting verschuldigd door de Belgische vestiging van de verantwoordelijke uitgever. Als er geen Belgische vestiging is, is de belasting solidair en ondeelbaar verschuldigd door de genieter onder wiens naam, logo of embleem het niet geadresseerde drukwerk of gelijkgesteld product wordt verspreid, de drukker of de verdeler van het reclamedrukwerk.
De drukker, de verdeler en de genieter (natuurlijk of rechtspersoon) onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het niet geadresseerde drukwerk of gelijkgesteld product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Daarom zal de gemeente de betaling van de belastingschuld kunnen vorderen bij een van deze schuldenaars zonder onderscheid en voorrangsregeling.
Artikel 4
De belasting wordt vastgesteld, met een minimum van 20 euro per bedeeld drukwerk, op :
- 0,02 euro per bedeeld exemplaar van drukwerk met handelskarakter waarvan de totale bedrukbare oppervlakte niet groter is dan 1247,4 cm²( = 2 bladzijden A4-formaat).
- 0,05 euro per bedeeld exemplaar van drukwerk met handelskarakter waarvan de totale bedrukbare oppervlakte groter is dan 1247,4 cm² (meer dan 2 bladzijden A4-formaat).
Artikel 5
Van de belasting zijn vrijgesteld :
- drukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte voor 50 % of meer wordt ingenomen door algemene informatie(tekst en/of foto’s) zonder handelskarakter.
- drukwerken uitgaande van binnen de gemeente plaatselijke verenigingen.
Artikel 6
De belastingplichtige is gehouden minstens 24 uren bij voorbaat aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens 6 maanden.
Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
De belasting wordt vastgesteld op basis van het aantal brievenbussen op 1 januari van elk dienstjaar, dat wordt opgevraagd bij de Post.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingeschreven op het kohier gedurende een periode van 3 jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. De termijn wordt met 2 jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of de bedoeling schade te berokkenen.
Artikel 7
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier opgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen(wet van24.12.1996).
Artikel 8
De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van de wet van24.12.1996betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd door de wet van15.3.1999betreffende de beslechting van fiscale geschillen.
Artikel 9
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet.
Artikel 10
De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. De bezwaren moeten schriftelijk worden gedaan, met redenen omkleed zijn en overhandigd of per post verzonden worden binnen zes maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Indien het bezwaar het aantal brievenbussen betreft en de belastingsplichtige geen aangifte heeft ingediend, dan wordt een administratieve kost van 25 euro aangerekend.
Artikel 11
Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten. Vanaf de tweede aanmaning zal een forfait van 15 euro administratiekosten worden aangerekend.
Artikel 12
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 13
Dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van provincie- en gemeentebelastingen;
Gelet op het feit dat het aangewezen is de inname van openbaar domein voor private doeleinden in tijd en ruimte tot een minimum te beperken;
Gelet op artikel 170 §4 van de grondwet;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 12/12/2023 waarbij deze belasting werd vastgesteld;
Artikel 1
Vanaf het dienstjaar 2025 wordt door het gemeentebestuur een retributie geheven op het voorbehouden van parkeerplaatsen voor activiteiten met een winstgevend karakter, met uitzondering van alle marktactiviteiten op donderdag en kermisactiviteiten.
Artikel 2
Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld :
- 5 euro per dag per uitgetekende parkeerplaats
- 5 euro per 5 lopende meter per dag, indien geen parkeerplaats is uitgetekend
Als parkeerplaats wordt beschouwd : een op het wegdek afgebakend parkeervak of een vak van 5 lopende meter in een op het wegdek afgebakende parkeerstrook, naargelang het geval.
Artikel 3
Voor activiteiten met een winstgevend karakter wordt de retributie als volgt vastgesteld :
- < 10 m2 : 40 euro per maand
- 10 – 20 m2 : 75 euro per maand
- 20 – 40 m2 : 150 euro per maand
Artikel 4
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de winstgevende activiteit.
Bij gebreke van een aanvraag of bij onvolledige aanvraag wordt van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt.
Artikel 5
De retributie moet betaald worden uiterlijk op het ogenblik van de inname, zoals bepaald in de toelating van de burgemeester om het openbaar domein in gebruik te nemen.
Artikel 6
Het schepencollege wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 7
Dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 25/06/2024 waarbij de data voor de volgende gemeenteraden werden vastgelegd tot met november 2024;
Overwegende dat de gemeente- en OCMW-raden in Bever telkens op een dinsdag worden bijeengeroepen;
Overwegende voorstel van volgende data door het schepencollege :
- Dinsdag 25 februari 2025
- Dinsdag 1 april 2025
- Dinsdag 13 mei 2025
- Dinsdag 24 juni 2025
Artikel 1 :
De gemeenteraad gaat akkoord om de volgende gemeente- en OCMW-raden te laten doorgaan op volgende dinsdagen :
- Dinsdag 25 februari 2025
- Dinsdag 1 april 2025
- Dinsdag 13 mei 2025
- Dinsdag 24 juni 2025
Afwijking van deze data is mogelijk mits grondige motivatie.
- De voorzitter deelt mee dat overgeschakeld werd naar e-Notulering en dat bijgevolg geen afgedrukte documenten meer worden voorzien voor de raadsleden. Raadslid
Verhofstadt meent dat dit wettelijk niet correct is en wenst toch een afgedrukte versie te verkrijgen. De voorzitter antwoordt dat dit zal nagekeken worden.
- Raadslid Capiau deelt mee dat in e-Notulen een pdf enkel kan bekeken en niet kan gedownload worden. De algemeen directeur antwoordt dat dit met de ICT-partner zal worden
bekeken.
- Raadslid Verhofstadt informeert naar de toekenning van de subsidies voor jeugd en sport en vraagt of er iets gewijzigd is. De voorzitter bevestigt dat voor het werkingsjaar
2023-2024 niets werd gewijzigd.
- Raadslid Verhofstadt vraagt om de nieuwjaarsbijeenkomst voor het personeel open te stellen voor alle burgers. De voorzitter deelt mee dat een soort nieuwjaarsdrink wordt
bekeken.
- Raadslid Verhofstadt meldt dat er problemen met telefonie waren in Bever. De voorzitter antwoordt dat onrechtstreeks reeds een schrijven werd gericht aan Proximus.
- Raadslid Verhofstadt meldt dat hij nog geen reactie van de school kreeg op het aanbod van Open voor de Mens ivm het saldo van de stopgezette partij. De schepen van
onderwijs zal dit in herinnering brengen.
- Raadslid Capiau informeert naar de cash-kiosk die aan het gemeentehuis zou geplaatst worden en stelt voor om Akrenbos als locatie te kiezen. De voorzitter antwoordt dat het
bedrijf duidelijk zichtbaarheid in Bever-centrum wou.
- Raadslid Capiau stelt voor om de aanwezige reclamepanelen in de sportzaal te evalueren en hierop een belasting op reclame te innen. De voorzitter antwoordt dat dit voorstel
de lokale handelaars nodeloos zou belasten en dat de mogelijkheden voor een nieuwe zaal worden bekeken.
- Raadslid Capiau informeert naar een omgevingsvergunning voor een verkaveling van 8 loten op Akrenbos. Dit zou in overstromingsgebied liggen. De voorzitter antwoordt dat
dit project werd ingeperkt naar aanleiding van de overstromingsgevoeligheid.
De voorzitter sluit de zitting op 14/01/2025 om 20:41.